Zijn laadpalen ‘autokosten’ voor de btw?

Door de elektrificatie van het wagenpark is er ook meer laadinfrastructuur vereist. Hoe zit dat btw-matig als ueen laadpaal thuis laat plaatsen en/of op de parking van de zaak?

Zijn laadpalen ‘autokosten’ voor de btw?

Door de elektrificatie van het wagenpark is er ook meer laadinfrastructuur vereist. Hoe zit dat btw-matig als u een laadpaal thuis laat plaatsen en/of op de parking van de zaak?

I.                   Levering of dienst?

A.    Wat wordt er precies geleverd of geplaatst?

Een laadstation is eigenlijk de verzamelnaam voor zowel laadpalen als laadpunten. In beide gevallen gaat het om een elektrische aansluiting met een stekker om aan het elektrische voertuig te koppelen.

Een laadpaal is kortweg een laadstation dat wordt ingelijfd in de grond. Een laadpunt is een stopcontact dat specifiek ontworpen is voor het opladen van elektrische wagens en dat meestal tegen de muur van een gebouw gemonteerd wordt.

B.     Is de plaatsing van zo’n laadstation een werk in onroerende staat?

Dat is van belang voor de facturatie. Gaat het immers om een werk in onroerende staat, dan is het mogelijk dat de levering met plaatsing van een laadstation niet gefactureerd wordt met aanrekening van 21%, maar kan het zijn dat het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing is of dat de btw verlegd worden naar de medecontractant.

Het is wel noodzakelijk dat er een roerend goed geleverd wordt en dat het meteen op zodanige wijze aangebracht wordt dat het onroerend uit zijn aard wordt (art. 19, §2, lid 3 W.Btw) . Om van een werk in onroerende staat te kunnen spreken, is het dus van belang dat het roerend goed ingelijfd wordt in het gebouw en dat het dus blijvend aan het gebouw verbonden wordt.

Een laadstation is onmiskenbaar een werk in onroerende staat. Laadpalen worden immers in de grond ingelijfd en kunnen daarna niet zomaar verwijderd worden zonder schade. Ook de installatie van een laadpunt of m.a.w. een specifiek stopcontact voor het opladen van een elektrisch voertuig, wordt beschouwd als een werk in onroerende staat.

II.                Hoe moet er precies gefactureerd worden?

A.    De klant is een particulier

Particuliere klanten moeten in bepaalde gevallen inderdaad geen factuur krijgen maar daar bestaan evenwel een aantal uitzonderingen op en één daarvan is voor werken in onroerende staat. Aangezien de levering met plaatsing van een laadstation beschouwd wordt als een werk in onroerende staat, moet er dus altijd een factuur uitgereikt worden, ook al is de klant een particulier (KB nr. 1, art. 1, lid 1, 3°) .

Is de klant een particulier, dan moet er altijd btw in rekening gebracht worden. Het tarief is in principe het normale tarief van 21% btw.

Heterlaagd tarief van 6% is mogelijk op voorwaarde dat de voorwaarden ter zake daarvoor vervuld zijn. Zo moet het laadstation geleverd en geplaatst worden aan een woning die minstens tien jaar in gebruik is en die hoofdzakelijk privé gebruikt wordt (KB nr. 20, Bijlage, Tabel A, XXXVIII) .

Zelfs al is het privégebruik van de woning bijkomstig en is dus het beroepsgebruik overwegend, dan nog kan het verlaagde tarief van toepassing zijn als het laadstation geïnstalleerd wordt in de privévertrekken (circulaire 2021/C/113, 20.12.2021, 2.2) .

Is het privégebruik van de woning overwegend en het beroepsgebruik bijkomstig, dan kan het verlaagde tarief niet toegepast worden als het laadstation geplaatst wordt in vertrekken die uitsluitend beroepsmatig gebruikt worden.

Om het verlaagde tarief te kunnen toepassen, is het inderdaad wel van belang dat het laadstation op het grondgebied van de eigenlijke woning geplaatst wordt. Wordt het laadstation m.a.w. geplaatst aan een parkeerplaats voor of naast de woning, dan is het normale tarief van 21% van toepassing (parl. vr. nr. 805, Pas, 19.11.2015) .

B.     De klant is een btw-plichtige

Het gaat om een werk in onroerende staat en bijgevolg betekent dit dat er aan btw-klanten die zelf periodieke btw-aangiftes moeten indienen, gefactureerd moet worden met “btw verlegd” (KB nr. 1, art. 20) . De klant moet dan zelf de btw als verschuldigd opnemen in zijn btw-aangifte, maar kan die btw in diezelfde btw-aangifte ook meteen opnemen als aftrekbare btw.

Ook 6% btw ismogelijk. Die 6% mag dan wel niet door de aannemer gefactureerd worden, want hij moet de btw verleggen, maar de btw-plichtige klant kan wel het verlaagde btw-tarief toepassen op het moment dat hij de verschuldigde btw moet opnemen in zijn btw-aangifte. Een combinatie van de regeling btw verlegd en het verlaagde btw-tarief van 6% is dus mogelijk.

Vereist is uiteraard ook in dat geval dat de voorwaarden voor het 6%-tarief vervuld zijn. De woning waar het laadstation geïnstalleerd wordt moet dus minstens tien jaar oud zijn en hoofdzakelijk privé gebruikt worden.

Wordt er één overeenkomst gesloten voor de levering met plaatsing van het laadstation (hoofdvoorwerp), onderhoud en andere bijkomende diensten zoals toegang tot een digitaal platform), dan is de verlegging van toepassing op het geheel, op voorwaarde dat op elke factuur verwezen wordt naar deze overeenkomst met als hoofdvoorwerp de levering en installatie van het laadstation (circulaire 2021/C/113, 2.3) .

III.             Is de btw aftrekbaar?

A.    Is de 50%-aftrekbeperking voor autokosten van toepassing?

In principe is de btw op autokosten slechts aftrekbaar naar rato van het beroepsgebruik, en dat met een maximum van 50% (art. 45, §2 W.Btw) .

De 50%-aftrekbeperking voor autokosten geldt echter niet voor de kosten met betrekking tot de levering met plaatsing van een laadstation.

De elektriciteit afgenomen via laadstations valt dan wel weer onder de 50%-aftrekbeperking (circulaire 2021/C/113, 3.3) .

B.     Wat met de btw-aftrek voor een laadstation op de parking van de zaak?

De btw op de kosten voor de installatie van een laadstation op de parking van de zaak (klanten en werknemers), is volgens de normale regels aftrekbaar, zonder dat u rekening moet houden met de 50%-aftrekbeperking.

Er moet in dat geval ook geen rekening gehouden worden met het aandeel van het beroepsmatig gebruik van de op te laden wagens (circulaire 2021/C/113, 2.4.1) .

C.     Wat met de btw-aftrek van een laadstation geïnstalleerd bij de werknemer thuis?

De btw is aftrekbaar in de mate dat het laadstation beroepsmatig gebruikt wordt door de werknemer. Het is dus niet omdat het laadstation bij de werknemer thuis geplaatst wordt, dat er helemaal geen btw-aftrek is.

Het beroepsmatig gebruik wordt op dezelfde wijze bepaald als het beroepsmatig gebruik van de elektrische wagen die ter beschikking gesteld wordt van de werknemer. Concreet is dat dus op basis van ofwel een gedetailleerd bijgehouden kilometeradministratie, ofwel de semiforfaitaire formule op basis van het woon-werkverkeer, ofwel een vast beroepsforfait van 35% (circ. AAFisc nr. 36/2015, 23.11.2015) .

Wordt er voor de terbeschikkingstelling van het laadstation een vergoeding gevraagd aan de werknemer, dan is de btw integraal aftrekbaar, maar is over de aangerekende vergoeding ook btw verschuldigd.